8 apr. 2015

Deze weken biedt Ontwedde.info u een wel heel bijzondere bijdrage aan in deze rubriek. Dierenarts Dinkla, tot januari 1969 dierenarts in Onstwedde heeft voor Onstwedde.info het één en ander op papier gezet. Het is een boeiend verhaal dat u in vier afleveringen wordt aangeboden. Deze week deel 3.

Lees hier deel 1
Lees hier deel 2

deel 3:

Ja zo’n maandag in de stalperiode zag er dan b.v. zo uit:

Koe speenbetrapping, koe melkziekte, knap niet op, uierontsteking, paard kreupel, koe ziek, 3 adressen koe aan de nageboorte, koe wil niet eten,; pinken longontsteking, koe kreupel, paard nageboorte ( verschilt met een koe, bij een paard binnen 6 uur na het veulen verwijderen), koe fijtpoot (infectie), koe oogontsteking (kafje op oog), koeien aan de diarree, kalf navelbreuk op 2 adressen, koe slepende melkziekte op 2 adressen, pinken hoesten. Soms wel een maandagmorgen met wel 30 boodschappen. Het was dan wel belangrijk dat ze niet te lang aan de telefoon hangen, want dan kwam ik niet de praktijk in!
Met name in de stalperiode na de vele afkalvingen waren er nogal wat koeien die aan de nageboorte bleven staan. Op stal kon je de vieze verteringslucht wel ruiken. In het begin waren er alleen ontsmettingspillen om in te brengen, mouw omhoog, arm insmeren met citopogeen (ontsmet en heeft een frisse lucht) en dan enkele ontsmettingspillen inbrengen. Rond 1961/1962 kwamen er terramyiene pillen in de handel en ook lange plastic handschoenen, dat verbeterde deze situatie heel erg, want voordien lag ik op bed, werd warm en vroeg mijn vrouw: ”Hoeveel van die koeien met nageboorte heb je vandaag gehad?”

Als dan aan het einde van de dag alle boodschappen, ook de na-boodschappen gedaan waren, moesten de medicijnen in de auto aangevuld worden en kon daarna de volledige boodschap per cliënt op zijn cliëntenkaart ingevuld worden. In het begin was het goed opletten met de vele Migchelsen en typische Onstwedder namen als Wilzing, Hids en Luring en dan ook nog met dezelfde voorletter. Maar we hebben ons nooit vergist!
Eenmaal zei een veehouder tegen me dat ik fout was met zijn rekening, zijn broer had veel koeien met fijtpoten gehad en daar was ik mis mee. Ik heb hem gezegd de volgende keer dat ik bij je kom neem ik het rekeningoverzicht mee. Een tijdje later, een koe verlossing bij hem, nam ik alle papieren mee, ook de stallijst. De koe moest nog gaan liggen, wij aan tafel, stuk papier en ik zei: “2 September 2 vaarzen voor export klaar gemaakt (tbc onderzoek, mond-en-klauwzeerinjectie, bloedonderzoek abortus bang), 10 oktober: 8 biggen diarree, enz.” Zo 9 boodschappen in dat halfjaar. Ik vroeg: “Kloppen die boodschappen?” Ja, “nu tel maar op wat mij daarvoor toekomt” Hij telde twee keer alles op en zei toen: “Wie proaten nargens meer over” Ik wou wel weten welk bedrag hij er had staan, maar dat wilde hij niet vertellen, maar in elk geval meer dan op mijn nota! Hopelijk vertelt hij wel dat de “veearts nait maar zo wat schrift!”.

Soms zag je vervelende wondinfecties; dodelijk is de Kleminfectie (tatanus bacterie),  vooral paard en varken zijn erg gevoelig. Twee paarden ermee gehad. Het begint met de boodschap “paard is erg stijf”, wil niet voor of achteruit. Als proef even het hoofd achterover buigen en dan komt als bewijs dat het derde ooglid als een witte schijf voor het oog schuift. Beide dieren hadden een wond, eenmaal in de nek, de ander een wond aan de hoef. Stijve biggen wel gezien na castratie doordat veehouder eigen vuile zakmes gebruikte zonder vooraf ontsmetting toe te passen.
Op een zondagmiddag komen 2 agenten bij de praktijk met een jutezak met daarin een volwassen hert, kwam uit het gebied van Veenhuizen. Een achterbeen en de hak bungelde erbij, Het dier eerst wat bedwelmd en toen dat deel geamputeerd. Agenten brachten het dier naar de vindplaats terug en ik heb het dier later weleens weer gezien in de roedel met zijn 3 benen!
Met kleine huisdieren was er in het begin niet zoveel werk, dierenarts Kruize had één avond in de week spreekuur, maar in de loop van de tijd moest ik het uitbreiden naar twee avond uren. Meestal injecties tegen hondenziekte, kattenziekte, huidproblemen, castraties, enz. Vooral als de katten dood gingen door kattenziekte (virusziekte) en de muizen de zakken met tarwe aanvraten.
We hebben ook eens een veehouder in Smeerling 6 jonge katten, opfok van onze kat in de herfst de zogenaamde  “stoppelkatten”  gebracht, ingeënt en met verstrekte wormkuren geleverd, hij kon niet geloven dat het “stoppelkatten” waren. Kun je zien wat goede voeding doet!

Op een zondag in een zomer, opa en oma waren op visite, kwamen 2 jonge kinderen aan de deur met een zichtbaar jong hondje. “Wij zijn al ergens elders geweest, want hij wil niet eten”. “De poeders helpen niet”. Hondje op de behandeltafel en bij onderzoek, o.a. geen turgar (al dagen geen vocht opgenomen). Buikpalpatie, erg stijf. Wat het diertje mankeerde kon ik zo niet zeggen. Ouders gebeld en gezegd dat de buik open moest. “Wat moet dat kosten” Geschat op 20 gulden. “Ga er maar mee aan de gang”. Diertje onder narcose en er kwam na de buikopening een ± 15 cm vuurrode dunne darm tevoorschijn. Dat deel ruim verwijderd en de tweedelen weer lekdicht aan elkaar gehecht. Voor nabehandeling, naast de antibiotica kuren, het diertje bij ons in de garage gehouden. Wat kwam uit het ontstoken darmdeel? Een fopspeen! De kinderen speelden daarmee en het hondje ving dat elke keer op en slikte het één keer in! Opa en oma waren die middag een paar uren alleen, ja dat krijg je als je met een dierenarts getrouwd bent!
Verlossingen van paarden zijn vrij zeldzaam, merries hebben een veel ruimere bekken. Eén keer werd ik aan het begin van de Barkhoornweg geroepen. Een eerste drachts merrie ging veulenen en liep los in de paardenbox. Het dier was niet te benaderen, liep met open mond op je af om je te bijten. De boer kon het dier opeens bij het halster pakken, Ik ben in de voerbak gaan zitten, de merrie met het achterstel tegen de voerbak gezet, verlostouwjes om de voorbenen en het paard naar voren laten zetten en floep daar kwam het veulen aan.

Een zeer zelden voorkomend geval heb ik gehad bij een Belg paard op de Harpel, ± 3 weken voor het veulenen. Het dier had koliek, niet door darmproblemen, doch doordat er een draaiing zat in de baarmoedermond. Probleem is dat vaginaal de baarmoedermond geopend moet worden en dan het zware veulen moet draaien. Dit totale proces verliep na een paar uur werken niet goed en moest het dier naar het slachthuis. Erg jammer.
’s Nachts gaande naar een verlossing van een koe was men op de heenweg bezig te proberen een paard in een vrachtwagen te laden. Toen ik terug kwam was men nog steeds bezig. Gestopt en de 3 mannen geholpen. Aan één kant het touw vast aan de vrachtwagen, dan achter de achterhand laten lopen, strak trekken met 2 man en toen het paard halverwege de laadklep stond, met mijn elektrische prikkelaar een stroomstoot gegeven en het dier sprong in de vrachtwagen. Die prikkelaar was een goed hulpmiddel als koeien slecht omhoog willen, b.v. na een melkziekte behandeling en dergelijke.

Een zeer aparte verlossing van een koe was er een op een zondagavond tegen acht uur.  De dienstdoende buurt collega was al een tijdje bezig geweest om het kalf geboren te laten worden wat niet lukte. Hij ging weg en zei dat als Dinkla thuis komt, vraag die maar. Na korte tijd kwam de veehouder aan de deur en meldde het geval. Snel verkleed en toen aan de gang. Ik voelde ribben, darmen en vier poten bij elkaar, maar geen kop of staart. Het bleek achteraf een zeer misvormd kalf, de Friezen noemen het een “umstrùpkjel’, is een kalf dat binnenste buiten gekeerd is. Dit kalf moest dus met het Thygesen apparaat in stukken worden gezaagd. Probleem was om er redelijke stukken van te maken die door de geboorteweg konden en deze niet beschadigden. Het is me in drie keer zagen gelukt.
Toen minister Mansholt begin zestiger jaren aanspoorde om meer melk te produceren kon ik dat in de loop der jaren vernemen. Toen ik in 1969 uit Onstwedde weg ging waren er ± 50% meer koeien in de praktijk en de varkensstapel breidde zich ook uit. “Wie zet’n ons er nog een zwieneschuurtje bie!”

Zelf toen ik een paar jaar in Onstwedde was kon ik de praktijk al uitbreiden want via een veeverzekering wilden vele tientallen veehouders bij mij klant worden. Allen buiten mijn praktijkgebied, dus nog meer werk en kilometers en mijn vrouw en ik zeiden: “We moeten het werk ook goed kunnen doen” Dus geen uitbreiding.

Contacten buiten het praktijkwerk
Na een paar jaar in Onstwedde kreeg ik contact met Hendrik Trenning, Roelie Hilverts en Hendrik Wubs om wat meer activiteiten te ontwikkelen in Onstwedde. Moest altijd na mijn werk, het werd soms laat of ik werd weggeroepen. Zo kwam het dat we op 10 februari 1960 tot ’s avonds laat vergaderden en dat ik na één uur ’s nachts thuis kwam en in die nacht is onze zoon
Geert (eerste kind) geboren. De bevalling ging erg vlot, ik heb me er alleen mee gered en toen dokter Boer gebeld, die zei: “Volgende keer wel eerder bellen!”. Later is uit deze vergaderingen Ocrea geboren. In het Panoramablad stond die week een foto met een ooievaar op de Hardingstraat, “overstekende ooievaars” want vlakbij en elders waren er nog twee kinderen geboren. Handelaar Alie Koster bezorgde een grote ronde taart met opschrift: “Ter ere van de jonge veearts”.

Ook werk ik vaak gevraagd te komen op de bestuursvergaderingen van de rundvee, paardenverzekeringen en de KI vereniging. Zo mogelijk vaak met een praatje over de droerse ziekten. Erg gezellig  en er werd goed gepaft met sigaren van de club. Mijn vrouw zei na enkele keren in het begin: “Doe je jasje maar in de gang uit, anders ruik ik de sigarenlucht de hele nacht!”. Om het KI bestuur te overtuigen van fusie met andere verenigingen heb ik het hele bestuur meegenomen naar de Faculteit in Utrecht om ter plekke de fusie voordelen aan te horen. Op de terugweg hebben we in een goed restaurant in Zeist uitgebreid gegeten. Ik had de ober even geïnformeerd dat we plattelanders waren die wel een goed stuk vlees en voldoende aardappelen moesten hebben!

Na een paar jaar in Onstwedde werd ik gevraagd door de directeur van... welke directeur? dat leest u binnenkort in het laatste deel.